(...) Lange
tijd zit Zand zo te miauwen, maar het geluid is zo zacht dat niemand het hoort. Net op het
moment dat Zand het op wil geven en terug wil gaan naar het natte, donkere bos, ziet ze
een van de mensen opstaan. Het is een klein meisje, dat het gazon oversteekt en met
uitgestoken armen op Zand afkomt. Het poesje wil het liefste wegvluchten, maar het meisje
heeft zulke aardige ogen en er komen zulke lieve geluidjes uit haar mond dat Zand zich
niet verroert. Met haar nageltjes vast in de grond en haar oortjes naar beneden blijft ze
zitten... tot het meisje haar oppakt. Zands hart begint sneller te kloppen, en dat van het
meisje ook. (...)
© Editions du Seuil © Nederlandse uitgave: Big Balloon B.V.
|