WB01343_.gif (599 bytes)

LOUSTAL

(Jacques de Loustal). Frankrijk. 1956

Jacques de Loustal debuteert met korte verhalen, meestal beperkt tot een tekening, met een ultra korte verklarende tekst. Het zijn autonome illustraties, die door hun allusief, geheimzinnig karakter en hun fragmentarische, pittige geest, totaal verschillen van de traditionele cartoon. Weldra stapt hij over op het verhaal, waarvoor Philippe Paringaux hem eerder anekdotes en ideeën levert dan scenario's, die hij grafisch in volle vrijheid kan vertolken. Door een kwellende thematiek van verval en mislukking heen, weet hij reeds vlug zijn virtuoze kunst van het portret en het landschap, waar er een wisselwerking is tussen de acteur en de decors, op te dringen. Hij bevoorrecht exotische, tropische gebieden. Zijn Amerikaanse visie spitst zich toe op Californië, Louisiana en vooral op Florida: door zijn opleiding als architect en zijn gevoeligheid, genoot hij, in Miami Beach, van de gebouwen uit de veertiger jaren, waarvan de gevels met hun felle kleuren onder het hevig zonlicht en de zeelucht, afschilferen en scheuren. De langzame aftakeling van de woning onder een drukkende hitte en een overstelpende vochtigheid, komt uitstekend overeen met het moreel klimaat en het psychisme van de onderling verdeelde, niet in staat echt te communiceren personages, bevangen door hun dwangvoorstellingen, hun angsten, hun gebreken, gebroken door eenzaamheid, alcohol, slecht bestede passies. Men is het er algemeen over eens dat een brute stijl nodig is om schandelijke situaties te omschrijven. Loustal slaagt erin ze te brengen met evenveel sierlijkheid en poëzie, als onmiddellijke doeltreffendheid. Meester geworden in de kunst, plaatsen en voorwerpen te metaforiseren, geeft hij hen een absurde of fatale bestemming, hij blinkt ook uit in het doen spreken van een innerlijke hel door middel van een of ander uiterlijke detail van fysisch verraad: ingezakte mondhoeken, overvloedige zweetdruppels, een vette prikkelende baard, gezwollen gezichten, enz... Een verblijf van achttien maand in Marokko (voor zijn burgerdienst) liet hem toe zich terug te trekken en zich na systematisch geëxperimenteerd te hebben, te vervolmaken in het lichtspel van de aquarel; waarna hij omvangrijke werken aan zou kunnen: van het verhaal en de novelle stapt hij over op de roman. Het procédé van teksten met *gedempte stem+, wat reeds zijn persoonlijk kenmerk was, zal tot zijn volste recht komen: voorzien van het geringste tekstballonnetje zouden zijn kleine, opeenvolgende taferelen (de term vakjes lijkt hier ongepast) na verloop van tijd aan ritme, samenhorigheid en impact verliezen. De actie is van minder belang dan de sfeer, ze is opzettelijk uitgetrokken, met quasi onbeweeglijke momenten, plots versnellen de gebeurtenissen over een tweetal pagina's, waarna men in de kalmte hervalt, enz... Wat latent aanwezig was, maar pas tot uiting kwam in "De woestijnkoorts", is een dialectiek tussen het natuurlijke, het culturele, het spontane en het artificiële. Paringaux heeft een afkeer voor Afrika, hij zou er nooit een voet zetten. Hij is één enkele maal naar Amerika geweest, maar kwam zonder geestdrift terug. Hij verkiest boven het land zelf te kennen, zijn eigen droombeeld, ineen geknutseld op basis van films en boeken, te gebruiken. Hij beseft zeer goed dat zijn Afrika en Amerika niets meer zijn dan een opeenhoping van clichés maar, juist dat subtiele, vrijwillige spel met clichés is zijn handigheid. Loustal daarentegen heeft gereisd in de Verenigde Staten, geleefd in Afrika. Hij heeft er getekend en gefotografeerd wat hij toont is uitstekend gedocumenteerd, zelfs al zijn de elementen verplaatst ten gunste van de compositie. Uit de confrontatie van a-priori tegengestelde houdingen, heeft zich een specifieke, magische, originele stijl ontwikkeld. Zoals blijkt liggen de refertepunten eerder bij de film, de literatuur de schilderkunst en de fotografie dan bij de strip.

Daniel Fano

4/7 - 6/9 1987 Gent