Sous un ciel d'un bleu désespéré

Deux fois par an, Le Monde publie un supplément touristique imprimé sur papier glacé, « Voyages ». La couverture du numéro d'hiver montre une promenade en béton menant à un point de vue surplombant la mer. Le soleil est au zénith, l'eau en contrebas est outremer. Au bout du chemin blanc, une femme est assise sur une pierre. Elle regarde l'horizon ; sans doute avec un désir au fond d'elle-même. Espère-t-elle une voile blanche à l'horizon ? Souhaite-t-elle se jeter dans le vide ? Quelque part entre une tristesse insondable et un bonheur plein d'espoir se situe l'univers du dessinateur et illustrateur Jacques de Loustal.

Au milieu des offres de voyages pour la Floride, le Japon et Val-d'Isère, se trouvent les aquarelles indéfinies de Loustal. Le supplément du Monde décrit principalement le monde de Peter Stuyvesant, mais Loustal offre au voyageur mélancolie et langueur. Dans son monde, des felouques glissent vers l'aval sous leur voile latine. Une hélice au plafond d'une chambre d'hôtel miteuse à Alger brasse la chaleur de midi. Les paquets de cigarettes sont toujours froissés chez lui, les cendriers pleins. Un insecte se promène sur le papier peint. Sous le lit, une bouteille de J&B vide.
https://www.loustal.nl/daglicht_nrc-Loustal.htm


Tweemaal per jaar brengt Le Monde een op glanzend papier gedrukt toeristisch bijvoegsel uit, 'Voyages'. Op de omslag van het winternummer is een betonnen wandel te zien, dat leidt naar een uitkijkpunt hoog boven de zee. De zon staat in het zenith (hoogste punt), het water beneden is ultramarijn. Aan het einde van het witte pad zit een vrouw op een steen. Zij kijkt naar de horizon; ongetwijfeld met een verlangen in haar binnenste. Hoopt zij op een wit zeil aan de kim? Wil zij zich het liefst in de diepte storten? Ergens tussen peilloos verdriet en verwachtingsvol geluk bevindt zich het universum van striptekenaar en illustrator Jacques de Loustal.

Temidden van de reisaanbiedingen voor Florida, Japan en Val-d'Isère staan Loustals onbestemde aquarellen. Het bijvoegsel van Le Monde beschrijft vooral de wereld van Peter Stuyvesant, maar Loustal zet de reiziger weemoed en landerigheid voor. In zijn wereld glijden feloeken onder hun Latijnse zeil stroomafwaarts. Een propeller aan het plafond van een shabby hotelkamer in Algiers roert de middaghitte om. Pakjes sigaretten zijn bij hem altijd verkreukeld, de asbakken vol. Over het behang loopt een insect. Onder het bed ligt een lege fles J&B.