Loustal ziet het licht

WB01343_.gif (599 bytes)


Kees Kousemaker
geboren:.25/1/1942 overleden  27/4/2010

 

 

door Martijn Daalder

OOR - 11 FEBRUARI - 1989

Loustal ziet het licht

Cool jazz en damesromans, zinderende kleuren"melancholieke vergezichten en schaamteloze clichés. Is Jacques de Loustal een weergaloos artiest die stripconventies aan zijn laars lapt? Of is het uitgekiende Yuppie-romantiekvol makkelijk verval, punt-beha’s en trendy design? Een bundel illustraties en een expositie in Amsterdam nemen de laatste twijfels weg. Een portret van, een gesprek met Loustal. Miami Vice voor artistiek ontwikkelden.

Lage, witgestuukte huisjes liggen nietig aan de rand van de strakke, blauwe oceaan. Een hete zon. Stof. De woestijn glooit langzaam naar de horizon. Warm. In bevlekte tropenkleding kijken twee mensen elkaar aan, zweetdruppeltjes, stoppels, zware oogopslag. Een saxofonist speelt Besame Mucho in een drukkende zomernacht. Verveling en drank. Weinig vrouwen zijn nog smetteloos. Feestgedruis en het licht van de gele lantaarns komen de kijker tegemoet. Een auto met fraaie rondingen staat op de oprijlaan.

Het zijn typische beelden uit het werk van Jacques de Loustal (32). Steeds weer zon, zee, woestijn, schijnbaar oneindige ruimtes, een betoverende lichtval, broeierige kleuren en gedateerde vormen. Het is melancholie, verlangen naar vroeger, naar anders. Illustrator en striptekenaar Loustal laveert op de dunne lijn tussen Kunst en Kitsch, Emotie en Exploitatie. Modieus mooi: als weinig anderen weet hij de moderne kijker in het gemoed te raken.

Loustal: 'Als ik strips teken, interesseert het onderwerp me maar matig. Ik wil verhalen met een psychologische dimensie, dat wel, maar voor mij zijn plaats en periode veel belangrijker. Ik moet de kans krijgen een atmosfeer, een ambiance op te bouwen.

'Grafisch en esthetisch zijn de jaren tachtig dan totaal oninteressant. Ik heb ook weinig nieuwe spullen. Mijn huis is ingericht met tweedehands_meubelen. Ik heb een grote familie en krijg steeds alle afdankertjes. Zo ben ik opgevoed. Het huis van mijn ouders was zowat een museum. Ik vind het stierlijk vervelend hedendaagse architectuur of straatmeubilair te moeten tekenen. Waar c in leef, dat teken ik nooit. Jarenlang heb ik in Parijs aan het Canal St. Martin gewoond. Heel schilderachtig. Dagelijks zitten daar tientallen mensen te tekenen. Ik heb er nog geen schets van gemaakt. Niets, nooit.'

MAROKKO

Als Loustal acht jaar lang, na de middelbare school, de academie voor bouwkunst bezoekt, is tekenen nog een hobby. In een vaak naïeve, soms surrealistische stijl maakt hij vanaf 1977 illustraties voor het muziekblad Rock & Folk. In het stripblad Métal Hurlant experimenteert hij met korte strips. Loustal legt een opvallende voorkeur voor Amerika aan de dag: Amerikaanse auto's, Amerikaanse decors, Amerikaanse muziek. Het eerste album heet New York-Miami.

Als afgestudeerd architect krijgt Loustal vrijstelling van militaire dienstplicht. In civiele dienst wordt hij uitgezonden naar Marokko.

Loustal: 'Dat was toeval, een heel belangrijk toeval. Ik ben er verliefd geworden op het land, op het licht, de natuur. En ik heb er besloten geen architect te worden. Het bestaan als tekenaar is veel vrijer en creatief ook veel bevredigender. Veel gebouwd heb ik er overigens niet. Een abattoir omgetoverd in een huis van bewaring. Een uitkijkpost op het strand. Op grond van voorschriften moest daar ook een cel in. Goedbeschouwd heb ik nooit iets anders gebouwd dan gevangenissen!

'Marokko heeft me ook veranderd als tekenaar. Voor die tijd was ik echt illustrator, werd mijn tekening bepaald door het onderwerp, het verhaal. In Marokko was ik vrij. Ik heb er de tekening als observatiemiddel herontdekt: kijken en tekenen wat je ziet, wat er gebeurt. Dat is een belangrijk punt.'

Terug in Europa vraagt Loustal zijn vriend en scenarist Paringaux een verhaal te schrijven dat in Marokko speelt. Paringaux, die Marokko alleen uit oude, koloniale films kent, komt met een alternatief soort damesroman: Woestijnkoorts. In gedragen teksten vol ellendige clichés vertelt hij ons over twee vrouwen in de jaren dertig die zich allerhande opdringerige heren- sjeiks en Franse officieren- van het lijf moeten houden om uiteindelijk elkáár liefdevol en gelouterd in de armen te vallen. Loustal leeft zich uit in grote platen vol woestijnzand, zee, blauwe lucht en hete zon.

JAZZ

Enkele jaren later verschijnt Besame Mucho, ditmaal een verhaal dat vriend Paringaux na aan het hart ligt. Het boek is het eerste van wat een golf jazz-strips zal worden en verschijnt bij toeval in dezelfde tijd als Taverniers Round Midnight. Loustal breekt door. Besame Mucho is het voorspelbaar tragische verhaal van een blanke cool jazz-saxofonist: heroïne, affaire met de vrouw van zijn beste vriend, verbroken platencontracten, vergetelheid en flashbacks naar betere tijden. Clichés en pretenties, en bij vlagen magnifiek tekenwerk.

Ondertussen komen de vele illustraties van Loustal nauwelijks de Franse grenzen over. Daglicht, dat begin dit jaar is verschenen, is daarom een verrassing. In honderd tekeningen laat Loustal zich kennen als een artiest die in krachtige kleuren een sfeer voelbaar kan neerzetten. Daglicht is een kijkboek, en Loustals meest interessante en veelzijdige werk tot nu toe.

PLAATJESPRODUCENT

Woestijnkoorts en Besame Mucho hebben de tekst onder de tekening. Is dat niet ouderwets en traag?

'Tekst en tekeningen zijn voor mij verschillende dingen. Als tekenaar hou ik afstand van de tekst. Die moet op zichzelf kunnen staan. Daarom werk ik ook met scenaristen die er naar mijn smaak een literaire stijl op na houden. Een plaatje van Kuifje die door de tuin loopt met de tekst: 'Kuifje loopt door de tuin' ... dat is toch zonde van de moeite? Ik ga geen portretjes tekenen van mensen die alleen maar ballonnen uitspugen. Ik heb nu net, om het eens te proberen, een strip met tekstballonnetjes gemaakt. Best aardig. Ik heb heel snel, terloops getekend, als een handschrift. Veel tijd en energie investeer ik er niet in: de compositie wordt toch verpest door die tekstblokken in je tekening.

'Ik zie mezelf als een plaatjesproducent. Ik hou van strips omdat ik er van hou een verhaal in scène te zetten, te regisseren, de art direction te voeren. Maar strip is natuurlijk een slopend medium. Het eist veel tijd. Je bent maanden bezig met dezelfde decors en personages. Je moet pagina's indelen. Als ik een verhaal eenmaal af heb, moet ik andere dingen gaan doen, wil ik de vrijheid van andere methoden en technieken herontdekken. In Daglicht vind je het werk dat ik gewoon nodig heb naast strips. Anderzijds: met een strip word je geconfronteerd met het verhaal, het universum van een ander. Zèlf zou ik geen verhaal kunnen schrijven. En het is een prachtig excuus stapels boeken en documentatie te verzamelen. Het heeft z'n leuke kanten.'

Was jazz een inspiratiebron voor Besame Mucho? 'De documentatie voor Besame Mucho hield op bij de platenhoesjes. Ik luisterde wel naar de muziek, dat is heel plezierig als je muzikanten tekent. Maar ik ben geen echte fan, ik hou toch meer van rock. In zekere zin is dat goed: dan heb je geen respect voor jazz als zodanig. Je ziet het veel bij tekenaars van die zogenaamde jazz-strips.' Die voelen zich verplicht om hun personages elke twee pagina's dit of dat stuk muziek te laten spelen, en daar dan ook nog eens uitgebreid te vertellen. Dat staat heel ver van me af. Daar hebben alleen ingewijden wat aan.

'Je verdiept je in de tijd, in de films. Dat is veel belangrijker. Daarom ziet Besame Mucho er uit als een polar, een film noir, als is er van een detective, een thriller geen sprake. Het is heel bevredigend goede documentatie te vinden en te kunnen gebruiken in een mooi plaatje zonder allerlei kenners boos te maken. Zo zijn alle muzikanten gebaseerd op foto's. Niet zozeer hun uiterlijk, maar de manier waarop ze op het podium staan, hun instrument vasthouden komt rechtstreeks uit de documentatie. Barney, de hoofdpersoon, is een cocktail van Barney Wilen, Lee Konitz en Stan Getz.

RUIMTES

Heb je die documentatie ook nodig voor de architectuur?

'Ik teken vrijwel nooit niet-bestaande gebouwen. Maar ik ben geen Joost Swarte of Schuiten. Ik ben niet geïnteresseerd in architectuur als zodanig. Het gaat mij om het decor. Banale gebouwen, zoals je die bijvoorbeeld veel aan stranden ziet, kunnen ook het uitgangspunt voor mooie plaatjes zijn. Heel beroemde, vaak afgebeelde architectuur, daar word ik soms wat nerveus van. De bouwstijl van de jaren dertig bijvoorbeeld is heel absoluut, alsof er niets anders kan bestaan. Dus teken ik ze vaak vervallen, aangetast door de tijd. Of ik teken er zo'n walgelijk hondje voor. En als ergens honden zijn, wéét je dat het er niet schoon kan zijn. Een gebouw is geen museumstuk, maar een getuige van z'n tijd, zoals zoveel dingen.'

Soms lijken de personages niet meer dan meubilair in de gebouwen.

'De structuur, de compositie van mijn tekeningen is afkomstig van het decor. Ik blijf architect. Ik ben vooral gevoelig voor de omgeving, voor wat zich om de mensen héén bevindt. Dat hoeft niet per se een bijzondere omgeving te zijn, maar een muur, een deur... dat is voor mij altijd het uitgangspunt. Ik fotografeer ook veel, maar dat zijn - afgezien wat vrienden en familie- nooit mensen. Ik fotografeer ruimtes, lege ruimtes.

'Ik hou van grote, lege ruimtes met massale overweldigende kleuren. De zee, de woestijn, de highways door Amerika. Gebouwen moeten dan ook zo veel mogelijk in relatie staan tot hun omgeving. Een kamer heeft bij mij een raam, een deur met uitzicht over de zee of de stad.'

De zee is wel heel belangrijk.

'Er is een tijd geweest dat ik me bij het reizen beperkte tot de kuststreken. De Middellandse Zee, Florida. Ik teken ook graag vissen: mooie kleuren, maar ook het symbool van het water, van de zee.

'Ik reis zo veel mogelijk, vroeger veel naar Amerika, maar daar zit sinds Marokko een beetje de klad in. Reizen is voor mij ontdekken: achter elke hoek ligt het onbekende. Ik reis zonder plannen, zonder vast schema. Ik kom nu uit Finland, een heel mooi, maar triest en melancholiek land. Een goed decor voor een verhaal. De zon staat er laag zelfs midden op de dag heb je nog gulden avondlicht.

'Finland was te koud om te tekenen, ik heb me moeten beperken tot foto's. Dat is jammer. Als ik reis, en de temperatuur laat het toe, dan teken ik. Het gaat niet om het vastleggen van de herinnering, om een souvenir. In Noord-Afrika kan ik op de hoek van de Medina gaan zitten en een blinde muur tekenen. Als je goed kijkt is er altijd wel wat. Op een nieuwe, onbekende plek zijn, kijken en tekenen, observeren en tekenen. Dat is heel mooi, daar gaat het om.'

EXPO

De Loustal-tentoonstelling in Lambliek de eerste In Nederland. Ook wie Loustal al als striptekenaar kent zal er verrast worden. Loustals kleuren blijken in druk veel van hun kracht te verliezen en zijn op het origineel adembenemend.

De expositie bestaat uit twee delen: Illustraties uit Daglicht en De W van Wraak enerzijds en platen uit Woestijnkoorts en Besam Mucho anderzijds. Vooral deze laatste zijn (losgemaakt uit hun _ vaak zwakke -strip-context) een sensatie. (Lambiek - Kerkstraat 78 - Amsterdam)

 

BOEKEN

Woostijnkoorts en Besame Mucho (beide met Paringaux, Casterman, f24,90) bieden meer kijk dan leesplezier. Pijnlijk* pretentie* en klinkende cliché*. De W van Wraak (met Tito Topin, Arborie, f 24,90) is een als 9e -rangs spionageroman vermomd reisverslag uit Marokko. De tekeningen zijn fraai en sfeervol maar krijgen onvoldoende de ruimte. Nog meer clichés. Daglicht (Het Raadsel, f 69,50) is een memorabele collectie illustraties en los werk met een titel die terecht verwijst naar Loustals prachtige lichtbehandeling.

OOR 3 . 11 FEBRUARI 1989


Oor nr. 3 1
1-02-1989


p.44



p 45


p 46

 

p 47